Druk op de knop
“Ja hoor dat kan gewoon, jij krijgt het huis en dan neem je gewoon mijn hypotheek over. € 300,- per maand en klaar ben je….”
Ik probeer krampachtig dit gesprek tussen een ‘alleswetende’ vader en 17-jarige studerende dochter te negeren en focus mij op m’n jarige nichtje dat in haar net gekregen roze prinsessenjurk ronddanst door de kamer.
“… ja dat huis is van de kinderen ja….. Maar die moeder woont er dus niet meer vanwege die operatie. en nu doet iedereen dus moeilijk en kan dat huis niet verkocht worden… het is toch erg dat het zo moet lopen hé….”
Oh nee, de oma van m’n nichtje, in dit gesprek heb ik zo géén zin.
Ik sta snel op voordat ik weer eens zo’n gesprek ingezogen word en loop naar de achtertuin. Daar kijk ik naar de verschillende kinderen uit de buurt die samen met m’n nichtje en neefje spelen met het pas gekregen speelgoed. Er wordt gegild, gerend en gelachen. Wat een eenvoud, heerlijk.
“Ja zo lijkt het leuk he, kinderen, maar luisteren dat doen ze niet hoor.“ verzucht André, de buurman van mijn broer terwijl hij naar z’n spelende zoons kijkt. “Tja, misschien moet je dan nu eens dat gezag gaan regelen, dan heb je misschien toch wat meer te zeggen!” reageer ik iets te adrem.
André kijkt me zuchtend en oogrollend aan “gaan we weer ja? Wat een onzin allemaal.” en hij loopt terug de woonkamer met verjaardagsvisite in.
Doortje, de vriendin van André, komt ineens met grote passen de tuin ingelopen. Ze kijkt me met een rood hoofd en grote ogen aan: “Hey, wil je tegen André zeggen dat ik nu even weg ben. Het is m’n moeder…. Iets met haar bank ofzo. Ik weet het niet maar ze is bij de bank en ze kunnen haar niet helpen ofzo. Bah, ze is ook zo eigenwijs en nu kan ik het weer oplossen. En dan zal je zien dat die stomme bank zogenaamd weer niets kan doen ofzo. Terwijl ik haar dóchter ben. Bah bah bah.”.
Doortje kijkt met verwilderd aan en bijt me toe:“ik snap echt niet dat jij bij een bank kan werken hoor!”.
– “Euhm, ik werk op een notariskantoor, Doortje…”
Boos kijkt Doortje me aan en ze snauwt: “Dat is precies hetzelfde!”.
Voordat ik iets kan zeggen draait ze zich met een ruk om en stapt met grote stappen de tuin uit richting haar auto.
Ik zucht, draai me om en loop de woonkamer in richting André; “Doortje is even naar haar moeder om iets te regelen” zeg ik zacht.
Daarna kijk ik de kring visite in en zeg luider: “Zeg mensen, het was gezellig maar ik ga er vandoor hoor. Ik ben wat moe en wil op tijd naar bed.”
Meteen draai ik me om en loop richting de gang om zo snel mogelijk weg te komen.
“Ah ja, moe van die zogenaamd drukke baan van jou zeker, haha. Lekker achter je computer op een knop drukken en de hoofdprijs vragen! Daar zou ik ook moe van worden ja!” roept m’n broer me na. Ik neem niet meer de moeite om te reageren en stap de voordeur uit.
Terwijl ik naar huis loop moet ik denken aan een teambuilding-dag die ik 12 jaar geleden eens heb gevolgd.
Eén van de deelnemers was een senior notarisklerk met een bak aan ervaring en kennis. Hij gaf aan dat wanneer hij ergens op vakantie was en mensen dus niet weten welk werk hij doet, hij expres verzint dat hij vuilnisman is, omdat mensen hem anders van alles gaan vragen en vooral ook heel betweterig gaan doen.
Toen kon ik dat niet begrijpen, nu wel….